De Zwart: een Familiekroniek
donderdag, 25 juni 2020
Onlangs kwam gastspreker Jacques de Zwart zijn geschreven monument bij ons afleveren. Het boek waaraan hij talloze uren heeft besteed. Een boek dat met recht imposant genoemd mag worden. Niet alleen vanwege het grote formaat en de fraaie uitgave, maar ook omdat het een indrukwekkende hoeveelheid tekst en fotomateriaal bevat. De foto hierboven geeft misschien goed weer wat Jack in dit boek heeft proberen te beschrijven. Je ziet een 88 jarige, levendige man met een boek waarop hij zelf is afgebeeld als jongetje van 6 jaar. De foto op de boekcover is genomen in 1939. Ruim een jaar later zou het kleine jongetje overweldigd worden door een verschrikkelijke oorlog. De herinneringen daaraan zijn bepalend geweest voor het tot stand komen van dit boek. Tijdens het lezen komen de oude man en het kleine jongetje op intrigerende wijze samen. Maar hoe beschrijf je gebeurtenissen die je 80 jaar geleden hebt meegemaakt. Jacques zegt daar in prachtige bewoordingen het volgende over:
‘Wat zijn herinneringen waard? Zijn dit betrouwbare herinneringen? Ja ik heb lang gedacht van wel, maar terwijl ik dit schrijf, anno 2016, denk ik van niet. Ik heb familieverhalen natuurlijk vele malen gehoord en dan begint het doorvertellen. We zoeken de brokstukken van feiten en gebeurtenissen bij elkaar, hiaten vullen we op met veronderstellingen en wat niet past wordt weggeknipt. Dan wordt alles aaneengelijmd en krijgen we een bouwsel dat we ‘herinneringen’ noemen. Aan dit bouwsel mankeert van alles, net zoals een heel oud huis met piepende deuren en krakende vloeren. Het dak lekt, ergens hangt een rare lucht…Soms blijken er kamers, trappen en diepe krochten te zijn waarvan niemand ooit vermoed had dat ze bestonden. Een enkele maal schrikken we van iets vreemds, iets onverwachts, deinzen we terug en smijten een deur dicht. Maar bezoekers van het huis kunnen ook genieten van verassende doorkijkjes op het leven van een doorsnee familie in de twintigste eeuw. Ja, zoiets moet het wel geweest zijn… Herinneringen. Ze zijn objectief bedoeld, maar ze zijn het niet. En toch…’
En toch…En toch zijn ze er, herinneringen. De herinnering aan hoe de kleine Jacques ‘s nachts in bed lag en dan het gekraak en geritsel hoorde van de tabaksbladeren die door zijn vader van de lijn werden getrokken. De herinnering aan hoe hij samen met zijn vader op de knieën zat op de tramrails om de blokken hout omhoog te wippen zodat dit kon worden gebruikt om de potkachel aan te steken tijdens de hongerwinter. De herinnering aan zijn vader die het schuurtje inging met een levend konijn om vervolgens terug te komen om te bekennen dat hij het niet over zijn hart kon krijgen het dier te doden. En zo zijn er vele andere herinneringen, waarvan die aan het hongerevacuatie-kindertransport het meest aangrijpend zijn. Door honger en wanhoop gedreven besloten vader en moeder Jacques hiervoor aan te melden. Als Jacques in de rij staat om een donker scheepsruim te betreden is het afscheid met zijn vader kort en verwarrend. ‘Dag Knul’, zei zijn vader, terwijl hij zijn zoon een lief duwtje gaf. Jacques beschrijft het moment daarna als volgt: ‘Met mijn kleine koffertje waarin een broek en truitje zaten ging ik de loopplank van het schip op. Ik keek nog even om, waar was vader nou, waar stond hij nou! Maar ik zag hem niet meer. Toen moest ik omlaag naar het binnenste.’ Drie weken lang brengt Jacques door op het schip, samen met tientallen andere jonge kinderen. De reis is gevaarlijk en onzeker. Jacques weet niet waar hij naar toe gaat, hem wordt verteld dat hij ‘naar de boeren’ gaat. Angst en heimwee hebben de overhand. Via Groningen komt Jacques, totaal uitgehongerd, terecht bij de familie van der Heijden in Marum. Hier wordt hij met liefde, én in ‘overvloed van voedsel’ opgevangen. Op 16 april 1945 maakt hij daar de bevrijding mee; uitgerekend de dag waarop hij 13 jaar oud wordt. Eind augustus 1945 wordt hij weer herenigd met zijn ouders in Den Haag.
Het bijzondere van dit boek is dat naast de gedetailleerde herinneringen, je als lezer ook continue op de hoogte wordt gehouden van het grotere plaatje. De auteur snapt goed dat de herinneringen van het kleine jongetje niet te begrijpen zijn zonder de complexe historische context te schetsen waarin het jongetje opgroeide. Daarom ook dat het boek verworden is tot een ware familiekroniek. De algemene geschiedenis, familieverhalen en persoonlijke herinneringen zijn in een doorlopend verhaal met elkaar vervlochten. Het laat op een meeslepende wijze zien hoe een doorsnee familie hard geraakt werd door een verwoestende oorlog. Wij zijn vereerd dat we dit prachtige boek, dat met 150 exemplaren gelimiteerd is uitgegeven, een plekje kunnen geven in de bibliotheek van Herinneringscentrum Kamp Westerbork!