Esther Barendse (AT5)

Esther Boas is in 1942 te Amsterdam geboren in een Joods gezin. Wanneer haar ouders zich in 1943 moeten melden voor transport naar Westerbork, wordt Esther in onderduik gebracht bij de familie Assman, die vlakbij wonen.

Na verraad door een NSB’er wordt Esther opgepakt, en komt terecht in de crèche van de Hollandsche Schouwburg, de verzamelplaats voor Joodse Amsterdammers. Door het verzet wordt Esther echter uit de crèche gesmokkeld, ze is dan één jaar oud. Via verschillende familieleden van Assman duikt Esther onder in Groningen en Leeuwarden.

Esthers ouders verblijven op dat moment al in kamp Westerbork.  Omdat zij geloven dat kamp Westerbork als ‘werkkamp’ veilig is, wordt op hun verzoek kleine Esther naar Westerbork gebracht.

Gedurende een jaar verblijft het gezin Boas in kamp Westerbork. Moeder werkt in het kindertehuis van het kamp. In 1944 moet echter ook het gezin Boas op transport; ze worden doorgestuurd naar concentratiekamp Theresiënstadt. Na de bevrijding van Theresiënstadt door de Russen keren ze terug naar Amsterdam, waar ze zonder huis, kleding en geld een nieuw bestaan proberen op te bouwen.

 

Bijna 80 jaar mocht Esther, samen met haar kleinkind een boom planten op de plek waar ze vandaan werd gesmokkeld. De bomen staan symbool voor het leven dat voort is gezet.