Gastsprekers uitgelicht: Martje, Harry en Ria

dinsdag, 21 januari 2025

Gastsprekers uitgelicht: Martje, Harry en Ria

In gastsprekers uitgelicht vertellen we kort over de indrukwekkende en heftige verhalen van onze gastsprekers om te laten zien waarover onze gastsprekers vertellen. Vandaag zijn dat Martje, Harry en Ria!

Martje zat als kleuter in een Japans interneringskamp, overleefde bombardementen én maakte de Bersiap mee. Harry ontsnapte als Joods peutertje op wonderbaarlijke wijze aan een razzia, en werd vervolgens op verschillende onderduikadressen ondergebracht. En de ouders van Ria waren allebeide actief in het verzet, haar vader heeft dat niet overleefd: hij werd gefusilleerd.

Martje Saveur

Martje Saveur

Mijn wereld in het kamp bestond uit zand, takjes, bloemetjes en steentjes: dat was mijn speelgoed. Het enige wat belangrijk voor mij was, was mijn moeder. Zolang zij bij me was, was alles goed. Of het oorlog was of niet.Ik ben in 1940 geboren te Poso in Nederlands-Indië. Kort na de Japanse bezetting in 1942 werd mijn vader gevangengenomen en overgebracht naar Birma om aan de Birma-Siam spoorlijn te werken. Ik werd samen met mijn moeder en zus Anneke opgesloten in vrouwenkamp Kampili op Celebes, dat heet nu Sulawesi. Samen met ongeveer 1700 vrouwen en kinderen verbleef ik daar ruim drie jaar. De situatie was erbarmelijk: veel honger, slechte hygiëne en veel ziekte. Toen ik ondervoed en met dysenterie in het ziekenhuisje werd opgenomen, heb ik dat ternauwernood overleefd. Twee bombardementen in juli 1945 staan mij nog duidelijk in het geheugen gegrift, dat was afschuwelijk. Met de capitulatie van Japan in augustus 1945 waren wij echter nog niet vrij, want door de vrijheidsstrijd van Javaanse jongeren was er een nieuwe oorlog uitgebroken, de Bersiap. Pas in 1946 konden wij, mijn moeder, Anneke en ik, per schip naar Nederland. Ons enig bezit was een koffertje. Mijn vader heb ik nooit meer gezien, want hij bleek al in 1943 op 39-jarige leeftijd aan de Birma spoorweg te zijn overleden.

In 2008 reisde ik met het ‘Japan-Netherlands Peace Exchange Program’ naar Japan, een spannende reis. Zou ik het aan kunnen om geconfronteerd te worden met Japan en de Japanners? Maar ik leerde toen ‘de Jappen’ kennen als Japanners, met een prachtige cultuur en dezelfde wens voor vrede en verzoening.

In 2017 schreef ik het boek “Het koffertje van mijn moeder – herinneringen aan Indië“.

Harry Koopman

Harry koopman gastles

Ik ben geboren in 1942 in de Plantagekerklaan in Amsterdam, om de hoek bij de Joodse Schouwburg. Mijn vader was kapper in het Nieuw Israëlisch Ziekenhuis, en moeder cheffin op een confectieatelier. Bij een razzia in 1943 werden mijn moeder en broers opgepakt en weggevoerd. Het lukte mijn vader om, met mij op zijn arm, te ontsnappen. Ik werd als peutertje overgedragen aan een organisatie die onderduikadressen regelde. Zo kwam ik uiteindelijk terecht bij de familie Hey in Hillegom. Ik was daar een zogenaamd "Rotterdams bombardementsslachtoffer". Bij Willem en Maria Hey werd ik liefdevol opgevangen.

Na de oorlog bleken mijn moeder en broers via Westerbork te zijn gedeporteerd en vermoord in Sobibor, evenals de meeste van mijn familie. Mijn vader was tijdens zijn vlucht opgepakt en in Buchenwald tewerkgesteld, waar hij in 1945 door de Russen werd bevrijd. Toen mijn vader terugkwam, is hij hertrouwd, en ben ik ook weer met hem herenigd.

De oorlog heeft diepe sporen nagelaten in mijn leven. Ik heb nog steeds veel contact met mijn onderduikfamilie, zij zijn broers en zusters voor mij. Ook mijn pleegouders voelen voor mij als ‘echte’ ouders. Willem Hey en Maria Hey-Schoonderbeek hebben in 2006 de Yad Vashem erkenning ontvangen.

Mijn verhaal over de oorlog en de nasleep daarvan heeft ook een positieve kant: er waren moedige mensen, zoals mijn onderduikouders die, met gevaar voor hun gezin en hun leven, mij liefdevol hebben opgenomen en verzorgd. En dat verhaal wil ik graag doorgeven.

Ria Boxtart

Ria Boxtart

Mijn ouders waren allebeide al actief in het verzet toen ik in 1943 werd geboren. Mijn vader was verzekeringsman en gaf hulp aan onderduikers, zowel in eigen huis als bij anderen. Ook was hij kerkhofbeheerder, en vooral vanuit de woning bij het kerkhof deden mijn ouders hun verzetswerk. Moeder was koerierster en nam mij en mijn zusje vaak mee tijdens deze gevaarlijke tochten met de kinderwagen. Mijn vader werd aan het einde van de oorlog tot tweemaal toe opgepakt en op 31 maart 1945 in Zutphen gefusilleerd. Zijn lichaam werd in de IJssel gegooid en pas maanden later teruggevonden.

Ik heb mijn vader dus eigenlijk nooit gekend. Het gemis van vader heeft mij mijn hele leven achtervolgd. Ik hoopte nog jarenlang dat hij wel terug zou keren… Moeder had haar eigen zorgen en weinig aandacht voor het gezin, waardoor ik mij een soort wees voelde. Van 1945 tot 1951 woonde ik bij mijn grootouders. Toen moeder hertrouwde moest ik weer bij haar gaan wonen.

Ik herinner mij nog het bezoek van koningin Wilhelmina in 1946 aan Zutphen, om mijn vader en zeven andere gefusilleerden te gedenken. Daar staat nu een monument.

In 1989 was ik een van de oprichters van de Vereniging Kinderen van Verzetsdeelnemers (KVV). Ik geef gastlessen om jongeren te laten zien waartoe een oorlog kan leiden. Het mag nooit vergeten worden.

Mediakit

Wenst u in contact te komen met een ooggetuige of gastspreker? Bespreek uw wensen met het team van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of
06-21 95 52 68.

Heeft uw wens betrekking op Kamp Westerbork, neemt u dan contact op met onze collega’s van Kamp Westerbork via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 0593-592600.

steun ons