De bevrijding een feest?

woensdag, 12 maart 2025

De bevrijding een feest?

JA           Ton (toen 9 jaar) kon eindelijk die permanente angst van zich afschudden.

NEE       Kiek (toen 5 jaar) werd ineens ‘dat vuile NSB-kind’ waar niemand mee wilde spelen.

WELKE BEVRIJDING? Tom (toen 6 jaar) rolde een nieuwe oorlog in, die nóg gevaarlijker was.

Voor Ton Andringa (nu 89 jaar) was het inderdaad feest. Canadese tanks door de straten, het eerste stukje chocolade en de kauwgum dat hij van straat schraapte. En heel gek: die nieuwe soldaten hadden een andere geur dan de Duitsers. Maar ook de keerzijde, zoals de afvoer van gesneuvelden in een handkar (met ‘druipende ledematen’) en de meest afschuwelijke verhalen die loskwamen over executies en concentratiekampen.

De bevrijding was voor Kiek Bierman (nu 85 jaar) precies op haar verjaardag, dus mocht ze op schoot bij een Tommie en in een tank zitten: doodeng vond ze dat! Ze kreeg diarree van de sardientjes en chocolade, want haar maag kon dat helemaal niet verdragen. Al snel werd ze uitgescholden voor ‘vuil NSB-kind’ en dan sloeg haar zus er met een klomp op los. En als ze vroegen ‘waar is je vader?’, wat moest ze dan zeggen?

En voor Tom Zijlstra (nu 86 jaar) wás er helemaal geen bevrijding, want na de capitulatie van Japan begon er meteen een nieuwe oorlog, de Bersiap. Het bleek buiten het kamp nog gevaarlijker te zijn dan er binnen, dus werd hij opnieuw geïnterneerd in een ander kamp! Hoezo bevrijding?

Ton Andringa (1936) 

Afbeelding Ton Andringa

Wij woonden in de binnenstad van Groningen, mijn moeder was huisvrouw en vader vertegenwoordiger, wat ze destijds ‘reiziger’ noemden, in slagersbenodigdheden. Ik herinner mij de meidagen van 1940 nog heel goed! Ik was 4 jaar oud en zag de eerste Duitse soldaten zingend door de stad marcheren. Naarmate de oorlog vorderde nam de spanning toe: luchtalarm, Engelse parachutisten die op straat gevangen werden genomen, de school die gevorderd werd door het Duitse leger… Toen ik 8 was werd ik door Duitsers gepakt en onder schot gehouden, omdat ik was gesnapt bij het stelen van brandstof. Ik voelde als jongetje een permanente dreiging, die angst hing over álles heen. Vlak voor de bevrijding werd er zwaar gevochten in de stad, en omdat ik veel buiten zwierf met mijn vriendjes zag ik veel ellende in de verwoeste straten. Toen de Duitsers de gang van ons huis als dekking voor beschietingen gingen gebruiken, moest ik dágenlang in de schuilkelder blijven. Wat was het een féést toen de Canadezen als bevrijders de stad binnenkwamen!

Op latere leeftijd heb ik enkele boeken over de oorlog geschreven, zoals ”Stille getuigen van Vervolging, Verzet, Verraad” over plekken in de stad Groningen die herinneren aan de oorlog. En “Bevrijd! Kleine grote herinneringen”, daarin schrijf ik over persoonlijke herinneringen aan de bevrijding. In 2019 zijn mijn herinneringen ook gepubliceerd in het boek "Wij overleefden - de laatste ooggetuigen van de Duitse bezetting" van Sytze van der Zee.

Reactie docent Topsport Talentschool:

“Ook voor mijzelf geeft dit ontzettend veel inspiratie om met mijn vak bezig te mogen zijn. Mijn leerlingen waren het meest onder de indruk van de angst, maar ook het avontuur dat een kind beleefd in oorlogstijd. Het stelen van brandstof van de Duitsers met gevaar voor eigen leven blijft soms ook gewoon spelen voor een kind.”

Kiek Bierman-van der Does (1940) 

Gastles Bierman 002

Mijn vader was pro-Europees: hij was vóór een sterk en verenigd Europa. Daarom werd hij lid van de NSB, hoewel zijn broers het volstrekt met hem oneens waren over die keuze. Later was ik altijd ‘het kind van die foute broer’. Vanwege zijn lidmaatschap kreeg vader in 1942 een belangrijke baan aangeboden door de Duitsers: directeur van een verzekeringsbank in Den Haag. Vanaf dat moment was hij niet meer aanwezig in ons gezin in Arnhem. Ik groeide dus op zonder vader. Moeder moest het in haar eentje zien te redden met vier kleine kinderen, dat was voor haar erg moeilijk. Tijdens de Slag om Arnhem in 1944 zag ik de parachutisten neerdalen, dat herinner ik mij nog goed. Daarna het schuilen in schuilkelders, en vervolgens weg uit de stad: de evacuatie van Arnhem. Uiteindelijk vonden we onderdak in Lunteren. Na de bevrijding bleek het huis in Arnhem te zijn leeggeroofd en ernstig beschadigd, dus daar konden we niet meer naar terug. Vader werd opgepakt en gevangen gezet. Ik werd gepest en klasgenootjes wilden niet met mij spelen want ik was ‘dat vuile NSB-kind’. In 1948 kwam vader vrij, maar hij was voor mij een vreemde man die ik helemaal niet kende.

Ik weet hoe het voelt om er niet bij te mogen horen en niet geaccepteerd te worden. Ik schaam mij voor mijn vader, maar wil als gastspreker duidelijk maken dat je kinderen nooit op de daden van hun ouders mag veroordelen.

Reactie docent Twickel College Hengelo:

“Mooi die concrete herinneringen, die maken het écht tastbaar. Zoals wanneer ze vertelt over de ‘varkensoogjes’ van die ene man die hen hielp, en het stro dat kriebelde toen ze daar moest slapen.”

Tom Zijlstra (1938) 

Gastles Zijlstra

Ik ben op West-Java in Nederlands-Indië geboren. Mijn vader was militair bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Hij is al direct na de Japanse inval in 1942 gesneuveld, dus ik heb hem eigenlijk nooit als vader gekend. Samen met mijn oma, moeder, zusje en broertje werd ik geïnterneerd. Eerst in een afgesloten woonwijk, daarna naar vrouwenkamp Solo. Omdat ik nog klein was, hoefde ik niet naar een mannenkamp. In 1945 werden we gedeporteerd naar concentratiekamp Banjoe Biroe. Dat was afschuwelijk. De situatie was erg slecht en het regime wreed. We hadden honger, en de open latrines zorgden voor veel infecties en ziektes. Ook ik was ondervoed, iets waarvan ik tot op de dag van vandaag nog de gevolgen merk. De capitulatie van Japan in augustus 1945 was nog geen vrijheid voor ons... Door de vrijheidsstrijd, Bersiap, van Javaanse jongeren was het buiten het kamp gevaarlijker dan binnen, dat was natuurlijk erg raar. En opnieuw werden we geïnterneerd, nu in een kamp in de buurt van Magelang. Tijdens die periode werd een tante vermoord. Met de hulp van Britse militairen kwamen we 1946 in Bandoeng op West-Java, dat toen inmiddels in handen van het Brits-Indische leger was. Tien jaar later, in 1956, gingen we met het schip 'Willem Ruys' naar Nederland, om daar een nieuw leven op te bouwen.

Reactie leerlingen Larissa en Victor (Internationale School in Den Haag):

“Wij vonden het heel interessant om uw verhaal te horen over de oorlogen in toen nog Nederlands Indië. Het was heel leerzaam, we weten nu meer over hoe het daar was. Wij vonden het leukste wat u had laten zien, zoals het speelgoed en toen u vertelde over de soldaat die van de potten eten snoepte.”

 

Mediakit

Wenst u in contact te komen met een ooggetuige of gastspreker? Bespreek uw wensen met het team van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of
06-21 95 52 68.

Heeft uw wens betrekking op Kamp Westerbork, neemt u dan contact op met onze collega’s van Kamp Westerbork via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 0593-592600.

steun ons